Martijn (Court of Justice of the EU)
“Ik ben Martijn, jurist-linguïst bij het Europees Hof van Justitie in Luxemburg. Na mijn rechtenstudie in Leiden en een periode als universitair docent wilde ik ervaring opdoen op het gebied van Europees recht. Dus solliciteerde ik bij meerdere Europese instellingen, waaronder het Hof van Justitie. Ik had meer bepaald een stage bij de directie Onderzoek en Documentatie op het oog, maar uiteindelijk was het mijn huidige afdelingshoofd die me van een algemene lijst sollicitanten plukte met de vraag of ik geen interesse had in een stage bij de Nederlandstalige vertaalafdeling. Nu had ik weliswaar een perfecte kennis van het Engels, maar een zeer beperkte achtergrond in het Duits en het (veel belangrijkere) Frans. Maar het afdelingshoofd had er wel vertrouwen in.
En zo geschiedde. Dankzij de uitstekende begeleiding vertaal ik vijf jaar later niet alleen uit die drie talen, maar ook uit het Spaans, en ben ik begonnen het werk van anderen te reviseren. Wat mij het meeste aan dit werk bevalt, is dan ook de mogelijkheid en in feite het vereiste om je taalkundige kennis te blijven ontwikkelen.
Maar ons werk is ook vanuit juridisch oogpunt erg interessant. We krijgen stukken onder ogen uit elke stap van de (inhoudelijk uiteenlopende) zaken voor het Hof: van verzoekschrift of prejudiciële vraag tot de einduitspraak. Specifiek in zaken waarin aan het Hof een vraag wordt gesteld door een Nederlandse of Vlaamse rechter spelen wij bovendien een rol bij de verwerking van deze vragen met het oog op de vertaling naar alle andere officiële talen.
Daarnaast is Luxemburg een heel fijne stad om in te wonen. Heel groen, maar ook levendig en natuurlijk erg internationaal. Dat geldt ook voor het Hof zelf, waar je per definitie samenwerkt met mensen uit alle uithoeken van de Europese Unie. En ik kan uit eigen ervaring zeggen dat dit echt een verrijking is, niet alleen professioneel: ik heb inmiddels vrienden uit heel Europa en heb mijn Spaanse verloofde op het Hof … het hof gemaakt. Kan het nog mooier?
Toen ik hier begon, als toch wel erg nerveuze stagiair, had ik nooit kunnen dromen dat ik ruim vijf jaar later in Luxemburg een leven zou hebben opgebouwd.”